(Met papa, mama, Mitchell, Lieke, Kuromi en Blitz)
Er was eens een liefdevol gezin: een stoere papa, een lieve en zorgzame mama, een slimme jongen genaamd Mitchell, en een vrolijk meisje genaamd Lieke. Lieke had een bijzondere knuffel: Kuromi, klein, zacht en… een beetje magisch.
En dan was er nog Blitz — het grote zwarte paard met wijze ogen en een hart vol trouw.
Op een avond gebeurde er iets vreemds. De sterren verschenen niet. De maan bleef weg. En in het huis voelde iedereen het…
Iets klopte niet.
Blitz brieste onrustig in de stal, en Kuromi begon zacht te gloeien in Lieke’s armen.
“De Nachtvallei is in gevaar,” fluisterde Kuromi. “De dromen van kinderen verdwijnen. Alleen jullie kunnen ze redden.”
Papa keek naar mama. Mama knikte. “Dan gaan we.”
Mitchell pakte zijn zaklamp, Lieke trok haar jas aan, en samen sprongen ze op Blitz. Die steigerde één keer en galoppeerde toen weg — sneller dan de wind.
🌟
Ze reden door bossen vol fluisterende bladeren, over bruggen van mist en licht, tot ze aankwamen in de Nachtvallei. Alles daar was grijs. Stil. Vergeten.
Geen dromen. Geen kleuren. Geen hoop.
Lieke stapte naar voren, hield Kuromi omhoog en sprak zacht:
“Wij zijn hier met liefde. Met licht. En met Blitz.”
Toen begon het.
Kuromi straalde helder. Mama fluisterde woorden van warmte. Papa sprak woorden van kracht. Mitchell hield zijn adem in. En Blitz brieste diep, stampte met zijn hoef — en toen schoot een straal sterrenlicht de lucht in.
De maan verscheen. De sterren keerden terug.
Kinderen overal begonnen weer te dromen.
🌙
Toen ze weer thuis waren, leek alles normaal. Maar diep vanbinnen wist iedereen: dit avontuur had hen verbonden. Voor altijd.
En ’s avonds, als het stil werd in huis en de maan naar binnen scheen, knipoogde Kuromi soms…
Alsof ze zei:
“Als het weer nodig is… dan zijn wij er.”
Einde — of beter gezegd: tot het volgende wonder.